Goed bodemleven vereist maatwerk en regelmatige voeding


Of het nu maïs, gras of aardappelen betreft: bodemleven maakt het verschil. De bodembeestjes en schimmels maken mineralen beschikbaar, ze transporteren het naar de wortels én ze zorgen voor beluchting van de grond. Goede bodemstructuur en bodemleven zie je vooral in droge en natte perioden sterk terug en vormen de basis voor kringlooplandbouw. Het zorgt voor mooie groei en een product van kwaliteit. Een goede reden om dieper de grond in te duiken met bodemadviseur Coen ter Berg. Op uitnodiging van POP3-project 'Kringlooplandbouw Veenkoloniën' en Innovatie Veenkoloniën gaf hij een lezing over bodemleven en het nut van ontwatering.

Bodem met veerkracht

Lang ging bemestingsadvies alleen over de heilige drie-eenheid van N, P en K: stikstof, fosfaat en kali. De laatste jaren is het besef geland dat het niet om de pure mineralen gaat. Juist het brede geheel van bewerking, bodemleven, ontwatering, organische stof en mineralen sámen geven de bodem veerkracht. Deze combinatie maakt dat het bodemleven mest en organische stof kan verteren en beschikbaar kan maken voor de plant. Water kan hierdoor makkelijk wegzakken en goed naar boven komen bij droogte. Ook gaan wortels dieper en kan de plant makkelijker bij het water.

Hoe het werkt

Bodemleven bestaat uit onder meer bacteriën, schimmels, aaltjes, mijten, insecten, regenwormen, spinnen, springstaarten en zelfs mollen. Bij een goed functionerende, gezonde bodem zijn al deze dieren goed voor zo’n 25.000 kg per hectare en elk organisme heeft daarin zijn eigen voedselvoorkeur en functie. Samen breken ze plantenresten, mest en dode bodemorganismen af, bouwen organische stof op en verbeteren de bodemstructuur. Ze beluchten te dichte grond via gangen, mengen organische en anorganische delen en zorgen met slijmsporen voor samenklontering van bodemdeeltjes. En dit is alleen nog maar wat het doet voor de bodemstructuur en beschikbaarheid van voeding. Een uitgebalanceerd en gezond bodemleven gaat ook schadelijke schimmels, aaltjes en bacteriën te lijf. De ziektedruk gaat merkbaar naar beneden.

Opbouw organische stof

Ook levende planten dragen bij aan de voeding van het bodemleven dat afgestorven delen van de wortels omzet in organische stof. Deze vorming van organische stof gaat het hele jaar door, mits planten kunnen wortelen. Oud grasland kan zo bij de juiste bewerking en bemesting wel 2 à 3 % meer organische stof bevatten dan het jongere grasland en bindt veel stikstof en fosfaat. Het is een soort oude kracht waarop het bodemleven en gras goed groeien door de onderliggende wisselwerking.

'Kijk vérder dan 5 seizoenen en creëer de perfecte biotoop'

Mest

Voor de vertering van organisch materiaal hebben de schimmels en bacteriën naast organisch materiaal, ook mineralen nodig. Ondergewerkt stro verteert dan ook beter met wat vaste kippenmest erbij. Belangrijk daarbij is de kwaliteit. Mest moet eerst een proces doorgaan voordat het goed is. Vaste stalmest op een hoop is na zo’n drie maanden prima geschikt om uit te rijden, drijfmest begint daarentegen pas te verteren als het op de grond komt. Pas na een dag of tien zie je het bodemleven dan weer op gang komen. De door het bodemleven opgebouwde organische stof is traag-afbrekend en de hierin gebonden stikstof heeft een beter effect en spoelt amper uit.

Zelf aan de gang, kijk verder vooruit

Ter Berg is duidelijk: ‘Houdt bij alles wat je met de bodem doet, voor ogen wat het effect hiervan is op het bodemleven. Kijk vérder dan vijf seizoenen en creëer de perfecte biotoop met koolstof en stikstof. Zelfs vanuit een dode situatie is er na 3 tot 5 jaar goed ‘voeren’ al aanzienlijk meer en beter bodemleven te zien.’ Hoe je je bodemleven kunt verbeteren? Daarvoor heeft Ter Berg de nodige tips.

Beoordeling

  • Stap 1 bij verbetering van het bodemleven is graven. Graaf een kuil van 25 keer 25 cm en 50 cm diep. Doe dat op meerdere plekken en beoordeel het grondprofiel dat je ziet.
  • Graaf jaarlijks in het groeiseizoen op enkele plekken een gat om het effect van de maatregelen die vorig jaar zijn uitgevoerd te bekijken. Maak foto’s en aantekeningen voor vergelijking.
  • De kuil geeft ook een goed beeld van het bodemleven zelf. Zie je veel effecten van het bodemleven zoals poriën, en samenklontering van bodemdeeltjes, dan kun je er vanuit gaan dat er veel bodemleven is. Bodemleven scheidt slijm uit bij de vertering waardoor gronddelen licht samenklonteren en zich poriën vormen.

Waterhuishouding

  • Bodemleven gedijt het beste bij matig vochtige omstandigheden. Grond die aan de bovenkant mooi los en goed ontwaterd oogt, kan op 60 cm een stevige storende laag hebben waardoor waterafvoer en wortelgroei stagneert.’ Graaf profielkuilen om maatregelen voor drainage te bepalen.
  • Zorg voor voldoende ontwatering: in met water verzadigde grond gaat het bodemleven dood. Eenmaal slecht ontwaterde plekken worden meestal geleidelijk groter. Storende lagen zijn te voorkomen door geregeld diep-wortelende gewassen te telen zoals onder meer groenbemesters en granen.

‘Voer regelmatig kleine hoeveelheden compost of stalmest’

Regelmatig voeren

  • Zie het bodemleven als de pens van een koe; goed voeren! Bodemleven voedt zich met koolstof en stikstof en houdt van kleine porties. Belangrijk is de verhouding tussen koolstof en stikstof. Stikstof uit vaste mest (veel koolstof) heeft bijvoorbeeld een groter effect dan stikstof uit kunst- of drijfmest (amper koolstof).
  • Stalmest verteert sneller dan compost en het voedt en versterkt het bodemleven. Is het bodemleven op peil? Dan is compost een goede aanvulling van de organische stof.
  • Altijd hetzelfde organischestof-product is beter dan telkens iets anders. De bodembiotoop is op dat specifieke product afgestemd.
  • Compost in het najaar is beter dan in het voorjaar. Het bodemleven gaat dan goed gevoed het voorjaar in en heeft ‘de handen vrij’ om schadelijke aaltjes en schimmels als Rhizoctonia aan te pakken. Krijgen ze compost in het voorjaar, dan is het bodemleven te druk met verteren en hebben schimmels en aaltjes vrij spel
  • Voer tijdens de opbouw van het bodemleven regelmatig, jaarlijks of eens in de twee jaar met 15 ton vaste mest of compost per hectare.

Vlinderbloemigen

  • Zaai je grasland door met klaver of gebruik vlinderbloemigen als tussengewas. Vlinderbloemigen als klaver, luzerne, erwten en lupine binden niet alleen stikstof, ze verbeteren óók het bodemleven. De plantensoort voedt stikstofbindende bacteriën in de grond die in ruil daarvoor stikstof afgeven voor opslag in wortelknolletjes. Vlinderbloemigen en het bodemleven hebben een onderling versterkende wisselwerking.

bodem (8)
bodem (5)
bodem (6)