De invloed van landbouw op waterkwaliteit


Efficiënt gebruik van mest en middelen levert geld én schoner water op

Waterkwaliteit wordt steevast genoemd bij duurzaamheidscriteria voor agrarische bedrijven. Maar wat moeten we ons daar eigenlijk bij voorstellen? Hebben we het dan over het water in de sloot of ook over grondwater? Waardoor schaad je als boer de kwaliteit van het water? En wat kun je hier op je melkveebedrijf praktisch aan doen? Cors van den Brink van Royal Haskoning DHV weet veel over het onderwerp. Hij licht één en ander toe.

“Grondwater én oppervlaktewater zijn beide belangrijk in het licht van waterkwaliteit.” verduidelijkt Van den Brink. “Ik ga nu in op het grondwater. Dat is niet alleen een bron voor drinkwater, het voedt ook oppervlaktewater en natuurgebieden en speelt een belangrijke rol bij de groei van landbouwgewassen.”

Waarom zoveel aandacht voor grondwater?

“Grondwater is onderdeel van een heel watersysteem. Hierdoor heeft vervuiling waar regenwater de bodem indringt ook effect waar het kilometers verderop wordt opgepompt als drinkwater. Stoffen die we nu laten uitspoelen bereiken vele jaren later de waterlaag die we uiteindelijk gebruiken voor drinkwater. Zo kunnen nitraat, sulfaat en nikkel de waterwinning bereiken, net als sommige gewasbeschermingsmiddelen en stoffen uit chemische wasserijen en oude industrieën.”

Het loont om eens een middag met een adviseur te gaan zitten.

Hoe heeft een landbouwbedrijf invloed hierop?

“Met technische middelen kan je al veel bereiken. Denk aan precisiebemesting en -bespuiting, en spuitmachines die het middelengebruik reduceren. Maar ook door te kiezen voor minder schadelijke gewasbeschermingsmiddelen en te zorgen dat planten voedingsstoffen beter omzetten in groei, spoelen minder stoffen uit en verbetert de waterkwaliteit. Het loont om hiervoor eens een middag met een adviseur te gaan zitten. Pak je spuitgegevens en de kringloopwijzer erbij en kijk waar je zaken kunt aanpakken. Uiteindelijk gaat het om efficiënter gebruik van middelen en nutriënten. Verbetering hiervan zal geld opleveren.”

Welke kennisprojecten en subsidiemogelijkheden zijn er?

“Op de site van duurzame melkveehouderij Drenthe staat per Drents waterschap aangegeven wat er in dat gebied aan projecten speelt. Het gaat om studiegroepen en subsidie voor advies en investeringen. Ook op de site van agrarisch waterbeheer staan per regio de projecten genoemd waarbij boeren werken aan minder uitspoeling en aan bodemkwaliteit. Op www.toolboxwater.nl worden maatregelen genoemd die je als boer kunt nemen en deelt men veel kennis over uit- en afspoeling.” Daarnaast zijn er al decennialang studiegroepen van landbouwers in grondwaterbeschermingsgebieden actief om te komen tot een duurzamere bedrijfsvoering, financieel ondersteund door provincie en waterbedrijven.

Dat de stoffen zo diep doordringen maakt dat verontreinigingen decennia lang kunnen doorwerken op de grondwaterkwaliteit

Welke stoffen en processen zijn hierbij belangrijk?

“Uitspoeling van meststoffen merk je aan extra nitraat in het grondwater maar kan ook zorgen voor harder water en hogere concentraties sulfaat en nikkel. Nitraat komt soms rechtstreeks uit de mest en ontataat soms door omzetting van stikstof in de grond. Het spoelt uit wanneer het niet door planten wordt opgenomen of in de bodem niet wordt afgebroken. Nikkel en sulfaat zitten niet in meststoffen maar ontstaan als uitspoelende stikstof reageert met natuurlijk pyriet in de bodem. Dat is een natuurlijk proces maar wordt veroorzaakt door uitspoeling van stikstof uit mest of uit verteerde plantenresten. Daarnaast hebben zoals gezegd gewasbeschermingsmiddelen een belangrijke rol.”

Welke chemische stoffen komt men tegen bij waterzuivering?

“Er worden nu resten van grondontsmettingsmiddelen en herbiciden via zuivering uit het opgepompte grondwater gehaald. Sommige hiervan, zoals 1,2-dichloorpropeen uit grondontsmetters, worden al decennia niet meer gebruikt. Andere (zoals Bentazon, MCPA en Chloridazon) komen uit herbiciden als Pyramin en Basagran. Dat de stoffen zo diep doordringen, geeft aan dat de Drentse bodem en daarmee veel Drentse drinkwaterwinningen kwetsbaar zijn voor verontreinigingen. Maar ook dat verontreinigingen decennialang kunnen doorwerken op de grondwaterkwaliteit.”

Wat zijn we in Nederland verplicht te doen?

“De Kaderrichtlijn Water stelt Europese eisen aan grondwater die ook zijn overgenomen in de Nederlandse wet- en regelgeving. Twee zaken hierin zijn belangrijk: 1) overheden zijn verplicht om de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater niet slechter te laten worden. 2) zij zijn ook verplicht inspanningen te doen om de waterkwaliteit te verbeteren zodat drinkwaterzuivering gemakkelijker wordt.”

Wat betekent dat voor Drenthe?

“Drenthe heeft 16 winplaatsen voor drinkwater. Elk van deze 16 gebieden heeft een gebiedsdossier en een uitvoeringsprogramma. Hierin staat wat nodig is om vóór 2027 de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water te bereiken. Daarbij is extra aandacht voor de vier uitspoelingsgevoelige grondwaterbeschermingsgebieden in de provincie. Dat zijn Gasselte, Havelterberg, Leggeloo en Valtherbos/Noordbargeres. Voor melkveehouders in deze kwetsbare drinkwatergebieden betekent dit dat ze mee mogen doen aan een project om de uitspoeling van nitraat te verminderen door nutriënten beter te benutten.”

Waarom zijn er verschillen in regels en eisen tussen gebieden?

“Of een gebied kwetsbaar is voor wat betreft nitraatuitspoeling ligt aan de uitspoelingsgevoeligheid. Dit hangt af van de grondsoort, de onderlagen, de grondwatertrap, de teelt en het agrarisch management.”

Hoe bepalen we de kwaliteit van het grondwater?

“De kwaliteit van grondwater wordt op gemeten via het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit en het Provinciaal Meetnet Grondwaterkwaliteit. Dit zijn zo'n 90 meetpunten op een diepte van 10 en 25 meter onder het maaiveld. Maar dat zijn niet de enige meetpunten. Ook de drinkwaterbedrijven meten op pompniveau en op verschillende andere dieptes. Zo krijgen zij een beeld van de kwaliteit die binnenkort, maar ook de komende jaren, de pomplaag zal bereiken. Alleen al de WMD gebruikt hiervoor ca. 210 controlepunten. Aanvullend hebben Waterbedrijf Groningen en Vitens ook hun eigen pompputten en waarnemingsfilters. Verder wordt via landbouwprojecten (‘Grondig boeren voor Water’ en ‘Duurzaam Boer Blijven in Drenthe’) op gebieds- of perceelsniveau bemonsterd. Alles bij elkaar opgeteld geven in heel Drenthe ruim 700 meetpunten op verschillende dieptes en in verschillende gebieden een beeld van de provinciale waterkwaliteit.


Voorbeelden van water-maatregelen

Cors vd Brink:

“Manieren om de voeding efficiënter te gebruiken zijn onder meer:

  • aandacht voor bodemkwaliteit (vasthouden vocht, betere opname en groei van planten),
  • gras/kruiden-mengsels die beter tegen droogte kunnen,
  • secuur bemesten (precies in de sleuven of verdunnen met water),
  • gebruik van vanggewas/groenbemesters.

Een manier om minder gewasbeschermingsmiddel te gebruiken is een zeer strak onkruidbeheer. Gebruik middelen die minder uitspoelingsgevoelig zijn en gebruik rassen die minder gevoelig zijn voor ziekten en plagen."

Relatie water en scheuren grasland

In Drenthe wordt meer dan 50 % van de landbouwgrond geruild tussen akkerbouwers en veehouders. Hiervoor wordt grasland omgezet naar bouwland. Dit heet het ‘scheuren van gras’. De voordelen? Extensiever gebruik van de grond met extra mogelijkheden voor onkruidbeheersing en bodemgezondheid. Een nadeel? Er wordt vaak glyfosaat gebruikt om het gras voor het scheuren dood te spuiten.

Minder glyfosaat nodig?

Drenthe is de eerste provincie die uitzoekt of bij eerder scheuren van grasland het glyfosaat achterwege kan blijven. Ook kijkt men of eerder scheuren een positief effect heeft op de opname van stikstof door het volggewas.

Het juiste moment

Bij het scheuren van grasland komt stikstof vrij tijdens de vertering van de graszode. Het gewas dat daarna wordt gepoot of gezaaid, kan de vrijkomende stikstof opnemen voor de groei. Dat is goed voor de plant én voorkomt uitspoeling van deze stikstof naar het grondwater. Het is de kunst om het tijdstip van scheuren zó te plaatsen dat de stikstof uit de verterende graszode vrijkomt op het moment dat de aardappelplant dit nodig heeft.

Uitspoeling voorkomen

Het Drentse onderzoek gaat na wanneer het ideale scheurmoment is zodat de boer hergroei van het gras voorkomt en ervoor zorgt dat de stikstof vrijkomt op het moment dat het volggewas dit het meeste nodig heeft. Dit zou middelengebruik en uitspoeling moeten voorkomen. Meer informatie over dit onderzoek leest u hier.